Nieuwe nomenclatuurcodes en honoraria voor de artsen
De codes voor triage (101990 en 101835) en adviezen voor continuïteit van zorg (101135), die dateren uit het begin van de coronacrisis, zullen we vervangen door nieuwe nomenclatuurcodes voor raadplegingen op afstand.
De nomenclatuurcodes voor zorg op afstand voor de psychiaters en kinderpsychiaters en neuropediaters zullen nog niet vervangen worden en blijven voorlopig bruikbaar.
We voorzien codes voor:
waarbij we de videoraadplegingen hoger vergoeden t.o.v. de telefonische raadplegingen.
In tegenstelling tot het huidige kader moeten de patiënten een deel van het bedrag zelf betalen (het persoonlijk aandeel of ‘remgeld’).
Het toepassen van de derdebetalersregeling blijft verplicht.
Een overzicht van de nieuwe nomenclatuurcodes die van toepassing zijn vanaf 1 augustus 2022:
Nomenclatuur code |
Omschrijving |
Honorarium |
Persoonlijk aandeel rechthebbenden met verhoogde tegemoetkoming |
Persoonlijk aandeel rechthebbenden zonder verhoogde tegemoetkoming |
101673 |
Videoraadpleging door een huisarts |
23,06 EUR |
1 EUR |
4 EUR |
101695 |
Videoraadpleging door een arts-specialist |
23,06 EUR |
1 EUR |
4 EUR |
101710 |
Videoraadpleging door een huisarts op basis van verworven rechten of een houder van het artsendiploma |
14,41 EUR |
1 EUR |
3,5 EUR |
101732 |
Telefonische raadpleging door een arts |
10,38 EUR |
1 EUR |
2 EUR |
Welke raadplegingen komen in aanmerking voor terugbetaling?
We zullen telefonische raadplegingen en videoraadplegingen onbeperkt terugbetalen: er komt geen limiet op het aantal terugbetaalde raadplegingen op afstand.
Wel zijn er voorwaarden verbonden aan terugbetaling. Volgende raadplegingen komen in aanmerking:
raadplegingen bij een arts waarmee de patiënt al een behandelrelatie heeft. Dat wil zeggen:
ofwel bij de arts die het globaal medisch dossier beheert (of een andere arts van deze praktijk)
ofwel indien er in het lopend kalenderjaar of in ten minste één van de twee kalenderjaren voorafgaand aan de raadpleging op afstand een fysieke raadpleging heeft plaatsgevonden.
raadplegingen bij een doorverwijzing door de arts naar een arts-specialist. De specialist moet in het verslag van de raadpleging de doorverwijzende arts vermelden.
raadplegingen in het kader van een georganiseerde huisartsenwachtdienst
Een raadpleging op afstand kan enkel gebeuren op aanvraag van de patiënt en na akkoord van de arts. De arts moet ook toegang hebben tot het patiëntendossier tijdens de raadpleging op afstand.
Welke platformen voor videoraadplegingen mogen gebruikt worden?
Het platform voor het uitvoeren van videoraadplegingen moet voldoen aan de volgende voorwaarden:
Op de website van eHealth kan u een lijst terug vinden met nuttige platformen voor raadplegingen zonder fysiek contact. Deze lijst is echter niet volledig, en elk platform dat voldoet aan de hierboven vermelde voorwaarden mag gebruikt worden.
Hoe zullen we deze raadplegingen opvolgen?
Het is niet de bedoeling dat raadplegingen op afstand alle gewone consultaties vervangen. In de gezondheidszorg blijven persoonlijk contact, lichamelijk onderzoek en menselijke face-to-face communicatie immers de fundamenten. Wel kunnen ze een nuttige aanvulling zijn.
Tijdens de coronacrisis stelden we vast dat een groot deel van de raadplegingen gebeurde vanop afstand.
We zullen het aantal raadplegingen op afstand maandelijks opvolgen, op niveau van de artsenpraktijk en op niveau van de patiënt, met bijzondere aandacht voor de uitschieters (outliers). Na 1 jaar zullen we hiervan een uitgebreide evaluatie opstellen.
Wat brengt de toekomst?
Op vraag van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid heeft een wetenschappelijke reflectiegroep afgelopen maanden gewerkt aan een conceptnota voor een optimaal definitief organisatie- en financieel kader voor de raadplegingen op afstand door huisartsen. Deze reflectiegroep bestond uit vertegenwoordigers van de universiteiten, ziekenfondsen, artsensyndicaten, het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg en het RIZIV. Op 2 mei 2022 heeft de reflectiegroep deze conceptnota afgeleverd. Het vervolgtraject wordt momenteel besproken binnen de Nationale commissie artsen-ziekenfondsen.
Ook voor andere zorgberoepen lopen er gesprekken om verstrekkingen op afstand op te nemen in de nomenclatuur.