Wat is de context van die feedback?
Punt 6 van het
akkoord bevat immers 3 delen :
het voorschrijven van de minst dure molecules bij een starbehandeling
het terugdringen van een hoog volume van voorgeschreven geneesmiddelen bij bepaalde zorgverleners
het ontwikkelen van initiatieven inzake <therapietrouw> of polymedicatie.
De feedback ‘huisartsen’ verstrekt individuele gegevens over die 2 onderdelen.
De feedback ‘specialisten’ heeft alleen betrekking op het 1e onderdeel.
De feedback is gebaseerd op de gegevens van het 1e semester 2008.
Voorschrijven van de minst dure moleculen bij een startbehandeling
De Nationale commissie artsen-ziekenfondsen (NCAZ) wenst de keuze voor een van de minst dure moleculen te bevorderen:
- bij het opstarten van een nieuwe behandeling met een farmaceutische specialiteit die behoort tot een van de 6 in aanmerking genomen geneesmiddelenklassen (PPI’s, ACE-inhibitoren en sartanen, statines, triazoolderivaten, NSAID’s en SSRI’s)
- in ten minste 8 op 10 gevallen
- voor zover er geen contra-indicaties zijn en de therapeutische doelstellingen worden bereikt.
Voor elk van de 6 geneesmiddelenklassen vindt de arts in zijn feedback duidelijke informatie over:
- het aantal nieuwe behandelingen die zijn opgestart
- het aantal en het percentage behandelingen, opgestart met een minst dure molecule, voor elke geneesmiddelenklasse
- alle bestaande moleculen
- de aanduiding van de minst dure moleculen
- de kostprijs voor de ziekteverzekering (verzekering voor geneeskundige verzorging) en de kostprijs voor de patiënt (per DDD), wat een kostenvergelijking volgens de keuze van de molecule toelaat
- het aantal opgestarte nieuwe behandelingen per molecule.
Terugdringen van het te hoge aantal geneesmiddelen dat bepaalde zorgverleners voorschrijven aan patiënten ouder dan 50 jaar
De medico-mut wil alle voorschrijvers sensibiliseren met betrekking tot het aantal geneesmiddelen die voorgeschreven worden aan patiënten ouder dan 50 jaar. Die sensibilisering heeft betrekking op 9 geneesmiddelenklassen.
Voor elk van de 9 geneesmiddelenklassen vindt de arts zijn gemiddeld aantal geneesmiddelenvoorschriften in DDD terug (gelijk aan het aantal voorschriften in DDD gedeeld door het aantal patiënten ouder dan 50 jaar) en een vergelijking met P25, P50 en P75, wat de arts in staat stelt zijn praktijk te vergelijken met die van de collega’s.
Welke artsen ontvangen die feedback?