4.1 Kengetallen zware medische beeldvorming
Wat zijn de algemene radiologische kengetallen en deze specifiek voor de behandelde onderzoeksvragen?
In wat volgt zal gekeken worden naar het aantal radiologische verstrekkingen en de bijbehorende uitgaven. Hierbij wordt naar de volgende categorieën gekeken:
- Alle radiologische verstrekkingen
- CT & MRI verstrekkingen
- CT & MRI verstrekkingen voor de schedel & wervelzuil
Deze uitgaven zijn per regio uitgesplitst en weergegeven voor de boekjaren 2017 tot 2019.
4.1.1 Nationale aantallen en uitgaven
Op nationaal niveau zien we in figuur 4.1 een jaarlijkse toename van het aantal CT en MRI-verstrekkingen in de jaren 2017-2019. We kunnen geen vermindering in de jaarlijkse stijging van CT-verstrekkingen zien ten voordele van MRI-verstrekkingen. Wanneer we deze analyse toespitsen op de onderzoeken schedel-wervelzuil dan zien we een lichte daling in het aantal CT-onderzoeken. De terugbetaalde bedragen volgen een gelijkaardige trend met het aantal verstrekkingen.
4.1.2 Kengetallen per gewest
Figuur 4.2 toont de evolutie in de tijd voor het aantal CT en MRI-verstrekkingen per gewest. Voor zowel CT als MRI-verstrekkingen is een stijging waar te nemen. Een uitzondering hierop is dat in Brussel het totaal aantal CT onderzoeken ongeveer gelijk is gebleven terwijl het totaal aantal MRI-verstrekkingen steeg.
4.1.3 Verstrekkingen per ziekenhuis type
Figuur 4.3 toont de evolutie van het totaal aantal verstrekkingen en terugbetaling per type ziekenhuis voor de periode van 2017 tot 2019. Hierbij valt op dat er in het algemeen een substantieel verschil is tussen verstrekkingen in de anatomische regio schedel-wervelzuil en andere CT en MRI-verstrekkingen.
De tabel 4.1 toont het verschil in de groei van het totaal aantal verstrekkingen tussen de verschillende typen ziekenhuis.
Type ziekenhuis | 2017-2018 | 2018-2019 |
---|---|---|
Algemeen ziekenhuis | 3.36% | 4.847% |
Algemeen ziekenhuis met universitair karakter | 1.09% | 2.165% |
Universitair ziekenhuis | 2.32% | 0.338% |
Wat opvalt in figuren 4.3 en tabel 4.1 is dat de groei in de algemene ziekenhuizen hoger is dan in universitaire ziekenhuizen of algemene ziekenhuizen met een universitair karakter.