Feedback geneesmiddelenvoorschrift – Info als gevolg van het nationaal akkoord artsen – ziekenfondsen 2009-2010
We hebben op 30 april 2009 aan meer dan 17.000 artsen (huisartsen en specialisten) een individuele feedback gestuurd over hun voorschrijfgedrag inzake geneesmiddelen. Die feedback wil de artsen sensibiliseren voor hun voorschrijfgedrag, in het bijzonder wat betreft de problematiek van het 1e voorschrift en van het hoge aantal voorschriften aan patiënten ouder dan 50 jaar.
Op deze pagina:
Wat is de context van die feedback?
Punt 6 van het akkoord bevat immers 3 delen :
- het voorschrijven van de minst dure molecules bij een starbehandeling
- het terugdringen van een hoog volume van voorgeschreven geneesmiddelen bij bepaalde zorgverleners
- het ontwikkelen van initiatieven inzake <therapietrouw> of polymedicatie.
De feedback ‘huisartsen’ verstrekt individuele gegevens over die 2 onderdelen.
De feedback ‘specialisten’ heeft alleen betrekking op het 1e onderdeel.
De feedback is gebaseerd op de gegevens van het 1e semester 2008.
Voorschrijven van de minst dure moleculen bij een startbehandeling
De Nationale commissie artsen-ziekenfondsen (NCAZ) wenst de keuze voor een van de minst dure moleculen te bevorderen:
- bij het opstarten van een nieuwe behandeling met een farmaceutische specialiteit die behoort tot een van de 6 in aanmerking genomen geneesmiddelenklassen (PPI’s, ACE-inhibitoren en sartanen, statines, triazoolderivaten, NSAID’s en SSRI’s)
- in ten minste 8 op 10 gevallen
- voor zover er geen contra-indicaties zijn en de therapeutische doelstellingen worden bereikt.
Voor elk van de 6 geneesmiddelenklassen vindt de arts in zijn feedback duidelijke informatie over:
- het aantal nieuwe behandelingen die zijn opgestart
- het aantal en het percentage behandelingen, opgestart met een minst dure molecule, voor elke geneesmiddelenklasse
- alle bestaande moleculen
- de aanduiding van de minst dure moleculen
- de kostprijs voor de ziekteverzekering (verzekering voor geneeskundige verzorging) en de kostprijs voor de patiënt (per DDD), wat een kostenvergelijking volgens de keuze van de molecule toelaat
- het aantal opgestarte nieuwe behandelingen per molecule.
Terugdringen van het te hoge aantal geneesmiddelen dat bepaalde zorgverleners voorschrijven aan patiënten ouder dan 50 jaar
De medico-mut wil alle voorschrijvers sensibiliseren met betrekking tot het aantal geneesmiddelen die voorgeschreven worden aan patiënten ouder dan 50 jaar. Die sensibilisering heeft betrekking op 9 geneesmiddelenklassen.
Voor elk van de 9 geneesmiddelenklassen vindt de arts zijn gemiddeld aantal geneesmiddelenvoorschriften in DDD terug (gelijk aan het aantal voorschriften in DDD gedeeld door het aantal patiënten ouder dan 50 jaar) en een vergelijking met P25, P50 en P75, wat de arts in staat stelt zijn praktijk te vergelijken met die van de collega’s.
Welke artsen ontvangen die feedback?
- De huisartsen die aan de volgende 3 voorwaarden voldoen (gedurende het 1e semester van 2008):
- minstens 100 verpakkingen hebben voorgeschreven
- minstens 10 nieuwe behandelingen hebben gestart
- minstens 90 patiënten ouder dan 50 jaar hebben, aan wie de arts minstens 1 verpakking heeft voorgeschreven.
- De specialisten die aan de voorwaarden 1 en 2 voldoen (gedurende het 1e semester van 2008).
Contacten
Directie Research, Development & Quality (RDQ)
Tel: +32(0)2 739 78 65
E-mail: rdq@riziv-inami.fgov.be
Galileelaan 5/011210 Brussel