print

Statistieken over de primaire arbeidsongeschiktheid van zelfstandigen in 2020

Deze statistieken gaan over de zelfstandigen die zich minder dan 1 jaar in arbeidsongeschiktheid bevinden (“periode van primaire arbeidsongeschiktheid”).

Als een persoon na één jaar nog altijd arbeidsongeschikt erkend is, zal hij intreden in de “periode van invaliditeit”. De cijfers op deze pagina hebben geen betrekking op de personen erkend als invalide.

Op deze pagina:

 

Aantal zelfstandigen die recht hebben op een vergoeding in geval van primaire arbeidsongeschiktheid

Het aantal “primaire uitkeringsgerechtigden” stemt overeen met het aantal gerechtigden verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid, verminderd met het aantal invaliden. Concreet gaat het over de actieve zelfstandigen en de gerechtigden erkend in de periode van primaire arbeidsongeschiktheid.

Elke toename van deze populatie kan een stijging van het aantal gevallen in primaire arbeidsongeschiktheid en van het aantal erkende invaliden tot gevolg hebben.

De analyse van het aantal primaire uitkeringsgerechtigden kan bijgevolg belangrijk blijken om de evoluties te verklaren die in de statistieken over de primaire arbeidsongeschiktheid en de invaliditeit worden vastgesteld.

Het aantal verzekerden is sinds 2016 jaar na jaar licht gestegen. Deze stijgende trend vertaalt zich hoofdzakelijk in een toename van het aantal vrouwelijke gerechtigden, wat verklaard kan worden door factoren zoals:

  • De stijgende participatiegraad van vrouwen op de arbeidsmarkt
  • Het optrekken van de pensioensleeftijd voor vrouwen: hoe ouder een uitkeringsgerechtigde, hoe groter het risico om in te treden in arbeidsongeschiktheid
  • De vergrijzing van de bevolking

Aantal zelfstandigen die recht hebben op een vergoeding in geval van primaire arbeidsongeschiktheid - Evolutie 2016-2020

Aantal dagen in primaire arbeidsongeschiktheid, uitgekeerde bedragen en gemiddelde dagelijkse uitkering

In 2020 stijgt het aantal uitgekeerde dagen dan weer met 3,96%.
In 2019 vertoont dit aantal dagen een belangrijke stijging van 14,32%, als gevolg van de afschaffing van de carensperiodes, op 1 juli 2019, voor de arbeidsongeschiktheden die langer dan 7 dagen duren.

Globaal, in de periode 2018-2020 ligt de procentuele jaarlijkse toename van de uitgekeerde bedragen hoger dan de procentuele toename van het aantal vergoede dagen. Het verschil tussen de evolutie van het aantal vergoede dagen en die van de uitgekeerde bedragen kan verklaard worden door verschillende factoren:

  • De opeenvolgende verhogingen van de gemiddelde dagelijkse uitkering

In het regime van de zelfstandigen worden de gerechtigden niet vergoed op basis van het inkomen dat ze voor de aanvang van hun periode van ongeschiktheid ontvingen, maar op basis van forfaitaire dagelijkse bedragen.

In de periode van primaire ongeschiktheid zijn deze forfaitaire bedragen afhankelijk van de gezinslast van de gerechtigde (met gezinslast, alleenstaande of samenwonende).

In 2020 bedraagt de globale gemiddelde uitkering 43,94 EUR per dag, hetzij een stijging van 2,02% ten opzichte van 2019. Deze stijging is voornamelijk te danken aan de doorwerking van de herwaarderingen van de forfaitaire bedragen die plaatsvonden in de loop van 2019 (op 1 maart en 1 juli). In 2020 zelf is er geen enkele maatregel in werking getreden die impact zou kunnen hebben op de forfaitaire uitkeringen. Maar de indexering van 2% van de uitkeringen die plaatsvond op 1 maart 2020 heeft een effect op de gemiddelde dagelijkse uitkering.

  • De dagelijkse forfaitaire bedragen kunnen in bepaalde gevallen verminderd worden, hetzij ten gevolge van een cumul met een andere bron van inkomsten (bijvoorbeeld de rentes van gemeen recht) hetzij door een hervatting van de activiteit met toestemming van de adviserend geneesheer. De aldus verminderende bedragen kunnen variëren van jaar tot jaar.

  • De verhouding van gerechtigden met gezinslast, alleenstaanden of samenwonenden kan eveneens variëren van jaar tot jaar, wat een invloed kan hebben op de globale gemiddelde uitkering.

Zelfstandigen - Aantal dagen in primaire arbeidsonschiktheid, uitgekeerde bedragen en gemiddelde dagelijkse uitkering - Evolutie 2016-2020

Aantal perioden van primaire arbeidsongeschiktheid en hun duurtijd

Enkele elementen voor een beter begrip van de gegevens in onze tabellen en grafieken:

  • Deze cijfers hebben enkel betrekking op de perioden van arbeidsongeschiktheid die eindigden tijdens een van de onderzochte jaren.
  • Deze cijfers bevatten enkel de arbeidsongeschiktheden waarvoor de duur van ongeschiktheid de carensperiode (als dit van toepassing is) overschrijden. Een arbeidsongeschiktheid die de carensperiode niet overschrijdt, niet ten laste valt van de uitkeringsverzekering. Maar indien de ongeschiktheid echter verder loopt dan de carensperiode, dan zal het geval geregistreerd worden voor de totale duur van de ongeschiktheid.
  • De periode tussen 338 en 365 dagen bevat hoofdzakelijk de perioden van ongeschiktheid die 1 jaar ongeschiktheid hebben bereikt, en die naar alle waarschijnlijkheid in invaliditeit zullen intreden.

In meer dan 1 op 10 gevallen (14,50%) bedraagt de duur van de ongeschiktheid 15 tot 28 dagen. Dit is een gevolg van de inkorting van de carensperiode.

Vervolgens neemt het aantal gevallen stelselmatig af naarmate dat de duur van de ongeschiktheid toeneemt. De enige uitzonderingen hierop worden gevormd door:

  • de categorie van 71 tot 98 dagen (8,49%)
  • de laatste categorie van de duur van arbeidsongeschiktheid (338 tot 365 dagen): ongeveer een vijfde van de gevallen (19,92%). Het betreft hier de gerechtigden waarvan de duur van ongeschiktheid 1 jaar heeft bereikt en die naar alle waarschijnlijkheid hun tweede jaar van ongeschiktheid zullen aanvatten, zijnde de periode van invaliditeit.

Zelfstandigen - Aantal perioden van primaire arbeidsongeschiktheid en hun duurtijd - Evolutie 2016-2020

 

Thema's
Arbeidsongeschiktheid; Minder dan 1 jaar

Contacten

Dienst uitkeringen - Directie financiën en statistieken

Tel: +32(0)2 739 76 83

E-mail: finstat@riziv-inami.fgov.be